Alle berichten

Gevoelloze of tintelende handen tijdens het fietsen

Gevoelloze of tintelende handen tijdens het fietsen

Tintelende en/of een doof gevoel in je handen tijdens het fietsen zijn erg vervelend. Veel fietsers hebben hier met enige regelmaat last van. Regelmatig zie je fietsers hun handen van het stuur halen om ze vervolgens eens goed los te schudden. Gelukkig zijn er verschillende oplossingen om deze vervelende handklachten te voorkomen!

Wat is de oorzaak van tintelende handen tijdens het fietsen?

In onze handpalm lopen twee belangrijke zenuwbanen: de nervus medianus en de nervus ulnaris. Deze zenuwen voorzien onze vingers van gevoel, fijne tast en sturen de spieren in de hand aan. De nervus medianus verzorgt het gebied van de duim, de wijsvinger, de middelvinger en de helft van de ringvinger. De nervus ulnaris verzorgt de buitenste zijde van de ringvinger en de pink. Beide zenuwen hebben een andere verloop in onze handpalm. Het is belangrijk om een goed onderscheid te maken in welke vingers nu precies zijn aangedaan tijdens het fietsen, om dit gericht te kunnen verhelpen.

Uitleg oorzaak tintelende handen tijdens het fietsen

Tijdens het fietsen steunen we op onze handen, door deze druk op het stuur kunnen we de bloedtoevoer van de zojuist besproken zenuwbanen afknellen. Als we kijken hoe een zenuw eruit ziet, zien we dat deze zenuw bestaat uit verschillende lagen. De buitenste lagen van de zenuwen zorgen voor het gevoel van de fijne tast en de binnenste lagen voor de aansturing van de spieren van onze vingers. Hierdoor beginnen de klachten vaak met tintelende/dove vingers vanwege compressie op de buitenste lagen, en tijdens aanhoudende druk komen ook de binnenste lagen onder compressie en kan de aansturing van de vingers worden bemoeilijkt. Zodra de druk van de handen af wordt gehaald, kan de doorbloeding weer op gang komen en verdwijnen de klachten.

De hoofdoorzaak van deze handklachten is dus een overmatige druk op de handen, waarvan specifiek op de regionen waar de zenuwen lopen. Dit kan op de fiets worden veroorzaakt door vele factoren en combinaties hiervan:

  1. Een incorrecte stuurbreedte, waardoor de handen niet goed gepositioneerd kunnen worden. Over het algemeen zien we dat er een te breed stuur is gemonteerd. Hierdoor willen de polsen naar binnen draaien, waardoor er meer druk en rek komt op de zenuwen in de polsen.
  2. Een te lange reikwijdte en/of diepe stand van het stuur. Hierdoor is het mogelijk dat je met je lichaamszwaartepunt te ver naar voren wordt verplaatst, waardoor je dit met je handen moet gaan tegenhouden en te veel druk op de handen krijgt.
  3. Stand van de remgrepen (shifters). Dit onderdeel van de fiets wordt vaak vergeten maar heeft een grote invloed op de positie van de handen. Een foutieve positie kan juist extra druk of rek op de zenuwstructuren geven, waardoor de bloedcirculatie hiervan in de problemen komt.
  4. Stand van het zadel. Als het zadel te ver met de neus naar beneden gekanteld staat, kun je een situatie creëren waarbij je naar voren gaat glijden. Ook dit moet door de handen worden opgevangen met als resultaat een verhoogde druk. Het zadel kan ook te ver naar voren gepositioneerd staan, hierbij ontstaat er een soortgelijke situatie als bij punt 2.
  5. Het type zadel. Een te breed zadel is hierbij het meest voorkomende probleem. Doordat het zadel te breed is, creëer je een situatie waardoor je meer naar voren op het puntje van het zadel gaat zitten. Hierdoor wordt de gewichtsverdeling verstoord. Ook de vorm van een zadel kan hierin zeer bepalend zijn. Een zadel dat niet goed bij het zitvlak past, zorgt voor instabiliteit en vele andere uiteenlopende problemen.

Je begrijpt nu dat het ontzettend belangrijk is om ervoor te zorgen dat je gewicht gelijkmatig verdeeld wordt tussen je handen, zitvlak en pedalen. Daarbij is het zo dat als je iets aan je fiets verandert, dit weer zijn weerslag kan hebben op een ander contactpunt met de fiets.

Tijdens een bikefit komen al deze aspecten nauwlettend aan bod en kunnen we gericht op zoek naar een juiste oplossing. Bijkomend pas ik mijn fysiotherapeutische expertise toe om te beoordelen of de klachten niet door andere lichamelijke problemen ontstaan, zoals bijvoorbeeld in de onderarm, nek of schouder.